In Boudewijn Seapark in Brugge is er nog een dolfinarium waar talrijke bezoekers komen kijken naar intelligente en gevoelige wezens, die in het wild een leefgebied hebben van honderden vierkante kilometers en daar grote groepen vormen. In gevangenschap worden ze beperkt tot kleine aantallen in kleine bassins. Vlaams minister Ben Weyts legde daarom in zijn Codex Dierenwelzijn vast dat er geen nieuwe dolfinaria mochten komen en dat het enige bestaande dolfinarium extra maatregelen moest nemen om het dierenwelzijn te verbeteren. Zo kwam er een kweek- en importverbod en de uitbaters moeten tegen 2027 een buitenbassin bouwen, waar de dieren altijd toegang toe hebben. Er zou elke vijf jaar een evaluatie komen over het houden van de dolfijnen. 

Einde aan de onzekerheid

Weyts maakt nu definitief een einde aan de onzekerheid en de discussies over de toekomst van het dolfinarium in Brugge: tegen uiterlijk 2037 eindigt in Vlaanderen voorgoed het verhaal van dolfijnen in gevangenschap. Dat is namelijk het moment waarop het nieuwe buitenbassin volledig afgeschreven is: de uitbaters hebben dan hun investering gerecupereerd. Daarna mogen in Vlaanderen enkel gespecialiseerde opvangcentra nog gekwetste en zieke dolfijnen of andere walvisachtigen opvangen. Niet om de dieren tentoon te stellen, maar om ze te verzorgen totdat ze terug vrijgelaten kunnen worden in hun natuurlijke habitat. 

Dierenwelzijn boven economisch belang

“Ik besef dat het dolfinarium een bedrijf is dat winst maakt, maar in Vlaanderen durven we dierenwelzijn boven economisch belang te plaatsen. Dat deden we eerder ook al bij bijvoorbeeld het verbod op onverdoofd slachten, op pelsdierkweek en op dwangvoederen voor foie gras”, zegt Weyts. 

“Nu zetten we opnieuw een stap vooruit voor dierenwelzijn en scheppen we eindelijk duidelijkheid, ook voor de eigenaars van het dolfinarium. Zo kunnen zij nog beslissen of ze de uitbating verderzetten tot 2037 of toch al vroeger stoppen. Nu weten ze eindelijk waar ze aan toe zijn. De discussies dreigden nog vele jaren aan te slepen. Maar nu is de knoop doorgehakt”, besluit Weyts.